LTO Nederland heeft recent met de Belastingdienst de afspraak over ‘burenhulp’ vernieuwd. Veel agrarische ondernemers werken naast hun eigen bedrijf ook bij andere agrarische ondernemers en krijgen hiervoor een vergoeding. Het werken bij andere agrarische ondernemers speelt vooral bij ondernemers in opvolgingssituaties of bij ondernemers die extra capaciteit beschikbaar hebben omdat het eigen bedrijf niet meer kan groeien
Veel agrarische ondernemers werken naast hun eigen bedrijf ook bij collega's of loonwerkers en krijgen hiervoor een vergoeding. Het werken bij anderen speelt vooral bij ondernemers in opvolgingssituaties of bij ondernemers die extra capaciteit beschikbaar hebben omdat het eigen bedrijf niet meer kan groeien. De nieuwe afspraak tussen LTO en de Belastingdienst betekent dat de inkomsten uit het werk bij collega-agrarische ondernemers als winst uit onderneming aangemerkt moeten worden. Daarbij moet wel worden voldaan aan 3 criteria:

  • Er moet een overeenkomst van opdracht of een arbeidsovereenkomst zijn. Voor de overeenkomst van opdracht kan gebruik gemaakt worden van de door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten. De erkzaamheden bij de andere ondernemer mogen maximaal 30% van het totaal aantal uren bedragen binnen de eigen onderneming, met een maximum van 600 uur per jaar. Daarmee moeten de werkzaamheden bij de andere onderneming ondergeschikt zijn aan het werk in het eigen bedrijf.
  • De werkzaamheden moeten soortgelijk zijn aan het werk in de eigen onderneming.

Inkomstenbelasting Als aan deze criteria wordt voldaan dan zijn de inkomsten uit deze werkzaamheden winst uit onderneming. Deze worden bij de opdrachtnemer belast met inkomstenbelasting. Zie voor meer informatie de nieuwe afspraken in het convenant tussen Belastingdienst en LTO Nederland op de site van de Belastingdienst .

Bron: LTO Nedeland