Nog voor het eind van dit jaar mogen drie zogeheten neonicotinoïden niet meer op het open veld gebruikt worden. Daarover zijn de 28 EU-lidstaten het eind april eens geworden. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) publiceert een lijst met toegelaten middelen.

Neonicotinoïden

De chemische familie van de neonicotinoïden is een groep werkzame stoffen die verwant zijn aan nicotine. Tot de familie van de neonicotinoïden behoren de werkzame stoffen: clothianidin, imidacloprid, thiacloprid, acetamiprid en thiamethoxam. Wanneer deze stoffen in gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, verspreiden ze zich via sapstromen door de gehele plant. Ze zijn effectief tegen insecten doordat ze de prikkelgeleiding tussen de zenuwcellen in de hersenen zo verstoren dat de insecten sterven. De neonicotinoïden komen echter ook in pollen en nectar terecht, waardoor bijen eraan kunnen worden blootgesteld als de plant in bloei staat. Daarnaast kunnen bijen met neonicotinoïden in aanraking komen via door bladluizen geproduceerde honingdauw en guttatievocht (vochtdruppels die via de waterporiën in de rand van het blad naar buiten worden geperst).

Geheugenverlies bijen

Uit standaard testprocedures in het laboratorium blijkt dat bijen door blootstelling aan neonicotinoïden last kunnen krijgen van geheugenverlies en oriëntatiestoornissen en dat ze vatbaarder zijn voor ziekten. Dit kan schadelijk zijn voor een bijenvolk als de bijen daardoor minder efficiënt stuifmeel verzamelen of als ze de korf niet terug kunnen vinden. Bijen die blootgesteld werden aan een neonicotinoïde bleken tot drie keer vaker niet terug te keren van hun foerageertochten. Aanvullende berekeningen toonden aan dat een volk hierdoor kan instorten. Een andere veldstudie toonde aan dat een hommelvolk na blootstelling aan een realistische dosering van een neonicotinoïde tot 85 procent minder koninginnen voortbracht.

Verbod op neonicotinoïden

De Europese voedselautoriteit (EFSA) heeft recentelijk nieuwe beoordelingen uitgevoerd, en bevestigt in drie rapporten de risico's van de veelgebruikte middelen clothianidin, imidacloprid en thiamethoxam voor wilde bijen. De EFSA bevindingen vormden de aanleiding voor de Europese Commissie om het gebruik van de drie neonicotinoïden verder in te perken. Deze bestrijdingsmiddelen waren sinds 2013 al voorlopig verboden. Minister Schouten van het ministerie van LNV schaarde zich achter het Europese voorstel. Het Ctgb kan zich vinden in de beoordeling van de EFSA, maar vindt tegelijk wel dat de EFSA maar zeer beperkt rekening houdt met de mogelijkheid om op lidstaatniveau met aanvullende maatregelen de risico’s te beperken.

Het Ctgb publiceert de lijst met toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. Op deze lijst staan ook de toelatingsnummers. Daarnaast publiceert het Ctgb een lijst met verboden bestrijdingsmiddelen.

Nog voor het eind van dit jaar mogen drie zogeheten neonicotinoïden niet meer op het open veld gebruikt worden. Daarover zijn de 28 EU-lidstaten het eind april eens geworden. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) publiceert een lijst met toegelaten middelen.

Neonicotinoïden

De chemische familie van de neonicotinoïden is een groep werkzame stoffen die verwant zijn aan nicotine. Tot de familie van de neonicotinoïden behoren de werkzame stoffen: clothianidin, imidacloprid, thiacloprid, acetamiprid en thiamethoxam. Wanneer deze stoffen in gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, verspreiden ze zich via sapstromen door de gehele plant. Ze zijn effectief tegen insecten doordat ze de prikkelgeleiding tussen de zenuwcellen in de hersenen zo verstoren dat de insecten sterven. De neonicotinoïden komen echter ook in pollen en nectar terecht, waardoor bijen eraan kunnen worden blootgesteld als de plant in bloei staat. Daarnaast kunnen bijen met neonicotinoïden in aanraking komen via door bladluizen geproduceerde honingdauw en guttatievocht (vochtdruppels die via de waterporiën in de rand van het blad naar buiten worden geperst).

Geheugenverlies bijen

Uit standaard testprocedures in het laboratorium blijkt dat bijen door blootstelling aan neonicotinoïden last kunnen krijgen van geheugenverlies en oriëntatiestoornissen en dat ze vatbaarder zijn voor ziekten. Dit kan schadelijk zijn voor een bijenvolk als de bijen daardoor minder efficiënt stuifmeel verzamelen of als ze de korf niet terug kunnen vinden. Bijen die blootgesteld werden aan een neonicotinoïde bleken tot drie keer vaker niet terug te keren van hun foerageertochten. Aanvullende berekeningen toonden aan dat een volk hierdoor kan instorten. Een andere veldstudie toonde aan dat een hommelvolk na blootstelling aan een realistische dosering van een neonicotinoïde tot 85 procent minder koninginnen voortbracht.

Verbod op neonicotinoïden

De Europese voedselautoriteit (EFSA) heeft recentelijk nieuwe beoordelingen uitgevoerd, en bevestigt in drie rapporten de risico's van de veelgebruikte middelen clothianidin, imidacloprid en thiamethoxam voor wilde bijen. De EFSA bevindingen vormden de aanleiding voor de Europese Commissie om het gebruik van de drie neonicotinoïden verder in te perken. Deze bestrijdingsmiddelen waren sinds 2013 al voorlopig verboden. Minister Schouten van het ministerie van LNV schaarde zich achter het Europese voorstel. Het Ctgb kan zich vinden in de beoordeling van de EFSA, maar vindt tegelijk wel dat de EFSA maar zeer beperkt rekening houdt met de mogelijkheid om op lidstaatniveau met aanvullende maatregelen de risico’s te beperken.

Het Ctgb publiceert de lijst met toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. Op deze lijst staan ook de toelatingsnummers. Daarnaast publiceert het Ctgb een lijst met verboden bestrijdingsmiddelen.